Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de HEERE zeide: Alzo zullen de [42]kinderen Israels hun brood [43]onrein eten onder de [44]heidenen, waarhenen Ik hen verdrijven zal. 42. Dat is, de Joden, mitsgaders die van de tien stammen onder hen woonden; zie 2 Kon.21:2. 43. Zo wordt het genoemd om de manier of wijze der voorgemelde koning of bakking. Vergelijk Deut.23:12, enz. 44. Versta, de Chaldeen, onder wie de Joden zouden zijn, als zij van hen belegerd en daarna weggevoerd zouden worden.